Bouwwerkgevers over cao-akkoord: ‘Wil je personeel behouden, dan moet je daarvoor betalen’
Warmenhuizen
Gepubliceerd op 7 juli 2022
Terwijl de bouwkosten de pan uitrijzen, komt er volgend jaar een structurele loonsverhoging van 5 procent voor alle 110.000 werknemers die onder de cao Bouw en Infra vallen. Niet eerder werd in deze cao zo’n hoge loonstijging afgesproken. Wat vinden werkgevers van het cao-akkoord? ‘We moeten de pijn eerlijk verdelen’
Jarenlang schommelden de loonsverhogingen in de cao Bouw en Infra rond de 1 tot 1,5 procent. Binnen de huidige cao, die op 31 december afloopt, stegen de lonen in twee stappen met 4,5 procent en kregen werknemers een eenmalige uitkering van 1 procent van hun bruto jaarloon uitbetaald. Komend jaar is de loonstijging nog hoger en krijgen werknemers er 5 procent bij. Deze loongolf lijkt voor bedrijven op zijn zachtst gezegd ongelegen te komen in een periode van alsmaar oplopende bouwkosten.
Toch is GMB-directer Gerrit-Jan van de Pol ‘blij’ met het onderhandelaarsakkoord dat op 13 juni werd bereikt. “Iedereen heeft te maken met de stevige inflatie. Mensen maken zich zorgen over hun energierekening en de benzineprijzen. Deze loonsverhoging zorgt voor rust in een markt waar veel krapte is”, aldus Van de Pol.
Noodzaak
Waar cao-handelingen normaliter maandenlang duren, werd nu in enkele weken overeenstemming bereikt over de loonsverhoging voor komend jaar. Dit werd ingegeven door de noodzaak die cao-partijen zagen om duidelijkheid en zekerheid te bieden voor werkgevers en werknemers in een onrustige periode vol uitdagingen als de woningbouwopgave, de energietransitie en arbeidsmarktkrapte. “Het is handig dat we in onze begroting al uit kunnen gaan van de loonkosten voor komend jaar”, beaamt Van de Pol.
“In veel van onze contracten kunnen we een bepaald percentage van de aannemingssom indexeren. Op die manier kunnen we stijgende loonkosten deels opvangen. Maar andere kosten, zoals de energieprijzen die over de kop gaan, vallen hier buiten.”
Steentje bijdragen
Maar dit soort bijzondere financiële risico’s mogen niet eenzijdig bij één partij in de bouwketen worden neergelegd”, vindt Van de Pol. “Iedereen zal hieraan zijn steentje moeten bijdragen. Het is goed dat hierover afspraken zijn gemaakt.” De GMB-directeur doelt hiermee op de intentieverklaring ‘Samen doorbouwen in onzekere tijden’ die brancheverenigingen uit de bouw en het Rijk ondertekenden.
Hierin zijn uitgangspunten vastgelegd over hoe om te gaan met de kostenstijgingen en leveringsproblemen door de oorlog in Oekraïne. Ondernemers kunnen nu met de verklaring ‘op zak’ in gesprek met hun opdrachtgevers om in goed overleg afspraken te maken.
Grote klapper
“De pijn moet eerlijk worden verdeeld”, vindt ook Hans ter Steege, directeur van familiebedrijf Ter Steege Bouw Vastgoed. “Dit soort kostenstijgingen kun je niet alleen bij de bouwer of opdrachtgever neerleggen. Hierover zijn we met onze opdrachtgevers, onderaannemers en leveranciers in gesprek. Dat lukt als je langdurige relaties met elkaar hebt. Wat er nu in de wereld gebeurt, heeft niemand kunnen voorzien.”
De afgesproken loonsverhoging noemt hij ‘fors, maar onontkoombaar’. Ter Steege: “Die 5 procent erbij is een grote klapper. Maar deze loonsverhoging komt op het goede moment. We hebben allemaal met kostenstijgingen te maken, het is belangrijk dat we op deze manier perspectief kunnen bieden. Er liggen grote maatschappelijke uitdagingen op het gebied van de woningbouwopgave en de energietransitie. Als sector moeten we daarom attractief blijven. Daar hoort een goed salaris bij.”
Gezamenlijk belang
Dat cao-partijen het al in een vroeg stadium eens werden over de loonstijging voor 2023, biedt ook duidelijkheid voor opdrachtgevers, zegt Gerard Hoiting, directeur van Roelofs. “Zij hebben nu ook voldoende tijd om te anticiperen. Er is een gezamenlijk belang om onze mensen in de sector te behouden en op te leiden. Voor de lopende projecten ga ik ervan uit dat zij ons tegemoet zullen komen. Maar niet iedere opdrachtgever ziet noodzaak om te compenseren.” Daarom mag van de overheid meer worden verwacht om bouwers een helpende hand te bieden.
“Als sector kunnen we de huidige kostenstijgingen niet alleen oplossen. Het kabinet zou meer kunnen doen om de stijgende energieprijzen te compenseren. Neem bijvoorbeeld de onbelaste reiskostenvergoeding die werkgevers aan hun personeel mogen betalen, die staat al sinds 2006 vast op 19 cent!”
Oneerlijke concurrentie
Ook Fred Enterman, directeur van Rojo Steigerbouw, verwacht dat hij met opdrachtgevers om tafel zal moeten. “Alles wordt duurder: de boodschappen, benzine, energie. Ik snap daarom wel dat er een correctie komt voor het bouwpersoneel. We zullen met opdrachtgevers in gesprek moeten over de prijzen die we berekenen. Daarin nemen we mee dat we een cao-verhoging moeten doorvoeren. Maar zij klagen al omdat alles duurder wordt. Het wordt van kwaad tot erger.”
Vanwege de hoge inflatie vindt Enterman het logisch dat de lonen fors stijgen. “Wil je personeel aan je binden, dan moet je ervoor betalen. Zo eenvoudig is het. Maar ik heb er moeite mee dat niet ieder bedrijf de bouw-cao volgt. Terwijl dat wel zou moeten. De oneerlijke concurrentie wordt weer verder vergroot. Cao-partijen zouden samen met UWV Bouwnijverheid strenger moeten toezien op naleving van de cao. Er wordt nu vrijwel niet gehandhaafd.”
Bijdrage Ron Oudeman:
Met elkaar oplossen
“Extreme omstandigheden zullen we met elkaar moeten oplossen”, zegt Ron Oudeman, directeur van K_Dekker Bouw en Infra. “Wij doen daarom een beroep op onze opdrachtgevers om in redelijkheid en billijkheid met deze extreme prijsstijgingen om te gaan. Zelf nemen wij ook onze verantwoordelijkheid om met onze onderaannemers en leveranciers in redelijkheid en billijkheid om te gaan. Een voorbeeld: een onderaannemer die betonwerk bij ons heeft aangenomen, heeft met exorbitante prijsstijgingen te maken die ik hem niet kan aanrekenen. Als zijn kostprijzen met 15 procent gestegen zijn, dan wil ik een groot deel voor mijn rekening nemen. Deze toezegging moet ik snel doen om de voortgang van de projecten te borgen. Als hoofdaannemers nemen wij daarin risico’s in de verwachting dat opdrachtgevers ons tegemoet zullen komen en het grootste deel ook bijbetalen. Samen vormen onderaannemers, leveranciers, hoofdaannemers en opdrachtgevers de bouwketen, nu en in de toekomst. Daar hoort in deze moeilijke tijden een proactieve, redelijke en billijke houding bij van alle ketenpartners. We werken veel samen en je bent pas echt een partner als je elkaar ook in slechte tijden weet te vinden.”
Oudeman wil ook zijn bijna tweehonderd medewerkers de hand reiken nu de inflatie steeds verder oploopt. “Die cao-loonsverhoging compenseert normaliter alleen de inflatie. Mensen behouden hun koopkracht maar gaan er niet op vooruit. Op 1 januari kreeg iedereen er nog 3 procent bij. Maar vervolgens kwam de oorlog in Oekraïne en stegen de prijzen voor energie, boodschappen en brandstof. Sindsdien is dat hele kleine plusje omgedraaid naar een dikke, vette min. Onze koopkracht is een stuk achteruit gegaan. De 5 procent die nu is afgesproken, vind ik daarom aan de lage kant. Ook vind ik dat de loonsverhoging wat laat komt. In januari krijgt iedereen 2,5 procent en dan pas in juli nog een keer 2,5 procent. Dat is lang wachten als je nu al 5 procent in de min staat.”
Statement
K_Dekker laat de loonsverhoging daarom al vier maanden eerder – per 1 september – dan 1 januari van het nieuwe jaar ingaan. “Enerzijds wil ik hiermee een statement maken naar andere bouwwerkgevers. Goed voorbeeld doet goed volgen. Anderzijds wil ik mijn positie als warme werkgever hiermee een impuls geven. Ik zie het als een investering die zich hopelijk uitbetaalt in extra motivatie. Wij werken bij nacht en ontij, er wordt dus best wel wat van onze mensen verwacht.”
De extra loonkosten die K_Dekker dit jaar hiermee maakt, waren nog niet in de offertes voor lopende projecten verwerkt en neemt het bedrijf geheel voor eigen rekening. Oudeman: ‘‘Ik heb het besluit in overleg met mijn aandeelhouders genomen. Want deze extra loonsverhoging gaat ten koste van de winst. Maar een echt familiebedrijf gaat niet voor winstmaximalisatie op de korte termijn. Maar kiest voor continuïteit op langere termijn. Als je daartoe een paar euro’s moet inleveren op kortere termijn, dan moet je dat doen.”
BRON: Cobouw