Hoe ProRail en K_Dekker de bouw van onderstations transformeren
Den Haag
Gepubliceerd op 27 augustus 2024
Het bouwen van onderstations voor ProRail en aannemer K_Dekker maakt momenteel een revolutionaire ontwikkeling door, gericht op standaardisatie, modulariteit en duurzaamheid. Resultaat: modulaire onderstations langs het spoor. Robert Roosemalen van ProRailen Jaap ter Voort van K_Dekker lichten toe hoe deze innovaties in de praktijk worden gebracht en welke voordelen deze bieden voor toekomstige projecten.
Het idee voor modulaire onderstations ontstond uit een behoefte aan gestandaardiseerde en flexibele bouwoplossingen binnen ProRail. Robert Roosemalen, verantwoordelijk voor assetmanagement bij ProRail, legt uit hoe de reis begon: “We realiseerden ons dat we steeds afzonderlijke ontwerpen lieten maken voor elk nieuw onderstation. Dit was niet alleen duur, maar ook tijdrovend. Hierdoor hebben we de stap gezet naar een gestandaardiseerd, modulair concept, wat ons in staat stelt om op zowel kosten als tijd te besparen.” Deze strategie stelde ProRail in staat om snel te reageren op veranderende behoeften binnen het spoorwegnet.
Flexibel en duurzaam
Jaap ter Voort, BIM-regisseur en werkvoorbereider bij K_Dekker, benadrukt de flexibiliteit en duurzaamheid van de modulaire onderstations: “Onze modules kunnen gemakkelijk worden getransporteerd, uitgebreid of aangepast, afhankelijk van de technologische en operationele vereisten.” Dit vermogen om te modulariseren heeft niet alleen betrekking op de fysieke structuur van de gebouwen, maar ook op hun functionele capaciteiten, wat cruciaal is voor een infrastructuur die voortdurend evolueert. “We zijn begonnen met een vrij open opdracht: maak het zo duurzaam, circulair en natuurinclusief mogelijk,” vertelt Ter Voort. “Vervolgens is iedere module opgebouwd uit elementen die gemakkelijk demontabel zijn. Dit is niet alleen efficiënt maar ook essentieel voor het bevorderen van de circulariteit van het project. De modules zijn zodanig ontworpen dat ze uit elkaar gehaald kunnen worden en de materialen hergebruikt.”
Roosemalen gaat verder in op de specificaties van het modulaire ontwerp: “De modules zijn zo ontworpen dat ze via de openbare weg vervoerd kunnen worden zonder speciale vergunningen. Dit minimaliseert de logistieke uitdagingen en maakt snelle implementatie op nieuwe of bestaande locaties mogelijk.” Hij voegt toe dat dit essentieel is voor het onderhouden van een robuust en reactief energievoorzieningssysteem op het spoor.
Hergebruik en recycling
Een belangrijk aspect van de modulaire stations is hun bijdrage aan duurzaamheid en circulariteit. “Het modulaire concept stelt ons in staat om componenten te hergebruiken en te recyclen, wat leidt tot een aanzienlijke vermindering van bouwafval en een verlaagde milieu-impact,” legt Roosemalen uit. “Dit is in lijn met de lange termijn visie van ProRail om tegen 2050 volledig klimaatneutraal en circulair te zijn.”
Tegelijkertijd draagt het modulaire concept bij aan het streven naar efficiëntie en kostenreductie binnen ProRail. “Het modulaire concept begon als een pilot, wat ruimte bood voor innovatie en aanpassing naarmate het project vorderde.” Ter Voort voegt toe dat de modulaire aanpak van K_Dekker niet alleen de bouwtijd verkort, maar ook zorgt voor flexibiliteit in het gebruik en onderhoud van de gebouwen. “Onze modulaire units zijn zo ontworpen dat ze gemakkelijk uitgebreid of verplaatst kunnen worden zonder grote aanpassingen. Dit is ideaal voor toekomstige uitbreidingen van het spoornetwerk of veranderende technische eisen,” zegt hij.
Samenwerking
Ter Voort legt vervolgens uit hoe het project ook de samenwerking tussen opdrachtgever en aannemer beïnvloed. “De modulaire aanpak vereist een nauwe samenwerking tussen verschillende disciplines vanaf de ontwerpfase om ervoor te zorgen dat alle modules naadloos op elkaar aansluiten. Dit heeft geleid tot een betere afstemming en minder fouten tijdens de constructie,” verduidelijkt hij. Roosemalen: “Het is een proces van constante communicatie en samenwerking. We leren van elk project en passen onze kennis toe om het proces steeds weer te verfijnen.” Roosemalen vult aan: “Met deze aanpak verminderen we de ecologische voetafdruk van onze bouwactiviteiten en verhogen we de levensduur van de onderstations. Bovendien biedt het de mogelijkheid om snel te reageren op veranderingen in technologie of capaciteitsbehoeften.”