K_Dekker bouw & infra wil ‘toekomst-proof’ zijn
Bouw steeds kennisintensiever
Gepubliceerd op 22 oktober 2018
De bouw wordt meer en meer een kennisintensieve bedrijfs-tak, waarin steeds vaker van aannemingsbedrijven wordt verwacht dat zij complexe projecten van begin tot einde zelf regisseren en realiseren. Voor het MKB is het zaak aan te haken bij die ontwikkeling, zegt algemeen directeur Ron Oudeman van K_Dekker bouw & infra in Warmenhuizen. “We zijn naast ambachtelijk vakman steeds meer organisator.”
Het mag dan gonzen van de geluiden over een overspannen bouwmarkt, in de infra en de civiele betonbouw is de situatie “voorlopig matig”, zegt Ron Oudeman op de dag van het interview in juni. Hij heeft Insights uitgenodigd plaats te nemen aan een van de hoge tafels in de kantine. Koffie, water en een gevulde fruitmand zijn onder handbereik. Naast de fruitmand waarschuwt een bordje dat het ‘Morgen gehaktdag’ is. “Een belangrijk ding hier, gezamenlijkheid”, zegt hij. “We willen steeds professioneler worden, maar niet ten koste van de cultuur. We zijn en blijven een familiebedrijf. Dus lunchen we bijvoorbeeld samen.”
Oudeman (28 jaar Volker Wessels) trad in 2015 aan bij K_Dekker. Zijn opdracht: het bedrijf helpen op de weg naar verdere professionalisering. “Wat ik aantrof was een bedrijf dat best goed was, het best goed deed, maar niet toekomst-proof was”, zegt hij. Een van zijn eerste maatregelen was het aanjagen van de samenwerking en kennisuitwisseling binnen het bedrijf door de afdelingen GWW en Utiliteit met elkaar te mixen. “We hadden ze nog niet bij elkaar gezet of de samenwerking kwam op gang. Die kennisuitwisseling, het praten over elkaars werelden: het is cruciaal. We noemen onszelf niet voor niets “veelzijdige bouwers.” We schakelen op verschillende panelen: civiele betonbouw, infra, utiliteitsbouw en woningbouw, met de focus op multifunctionele projecten in een integrale aanpak. Daar nemen we mensen op aan en leiden we in op. Dan is het mooi als het er ook uitkomt.”
Investeren
De afgelopen jaren is K_Dekker “voortdurend bezig de ‘HR-kant’ verder vorm te geven”, zegt Oudeman. “We investeren in onze mensen, in hun ontwikkeling, in hun veelzijdigheid. Want we geloven dat dat straks het verschil gaat maken. Nu al zijn we door de opkomst van contractvormen als ‘Design & Construct’ en ‘Design & Build’ veel meer organisator van het bouwproces dan ambachtelijk vakman. We hebben 190 medewerkers, waarvan 70 vaklieden. Op onze bouwplaatsen lopen veel onderaannemers, leveranciers en inleenkrachten onder onze leiding. Die ontwikkeling gaat verder. Daar willen we onze mensen op prepareren.” Dat gebeurt vakinhoudelijk, maar ook door het aanscherpen van vaardigheden en door medewerkers bewust te maken van hun talenten. K_Dekker bouw & infra gebruikt daarvoor onder meer de Insights Discovery-methode voor organisatieontwikkeling (niet te verwarren met de titel van dit magazine, red.), die mensen op basis van hun (karakter)eigenschappen onderverdeelt in (vier) kleurgroepen. Oudeman: “Die eerste uitkomst zegt veel over het persoonlijke profiel van mensen: waar liggen van nature hun sterke kanten, waar niet? Het is een ideale nulmeting voor de persoonlijke ontwikkelplannen van mensen.”
Bovendien zijn vanuit de kleurgeoriënteerde aanpak bij uitstek complementaire teams samen te stellen, zegt hij. “Stel je voor dat er een groot werk is waar we vijf van onze leidinggevenden op moeten zetten. Dan kunnen we dat team zo formeren, dat we collega’s met uiteenlopende kleurprofielen bij elkaar plaatsen. Dan heb je de grootste kans op een sterk team, waarin karakters niet snel botsen en elkaar aanvullen. De impact daarvan kan heel behoorlijk zijn. Want je kunt de klant begrijpen en in staat zijn om de technologie te leveren, maar op een bouwplaats gebeurt elke dag wel wat. Dan komt het niet op bouwen aan, of op rekenen, maar op communicatie. En dan is de vraag: hoe staan jouw mensen daarin? Hoe komt jouw team daarin voor de dag?”
Benaderbaar
Dat is in toenemende mate van belang, stelt hij vast, zeker in dat deel van de markt – infra en civiele betonbouw – waar de overheid de opdrachtgever is. Oudeman: “Want daar heeft – helemaal op lokaal niveau – de politiek veel te maken met de kiezer. Inwoners hebben nog nooit zo dicht bij hun gemeentebestuur gestaan, bestuurders en volksvertegenwoordigers waren letterlijk nooit zo benaderbaar als nu. En als projecten in de soep lopen, dan weten mensen de verantwoordelijke politici te vinden. Is het niet goed, dan gaat hun kop eraf. Politici weten dat als de beste.”
In die dynamiek weegt onderscheidend vermogen in toenemende mate mee, benadrukt Oudeman. “Wat we zien, zeker in de grote steden, is dat de selectie op prijs minder wordt. Het is nog steeds een factor van belang, maar wel een element binnen een groter geheel. Andere zaken – presentatie, communicatie, samenwerking – doen mee in die selectie. Voor ons is het de bevestiging dat het leveren van kwaliteit veel meer omvat dan alleen het product. Zaken als aantoonbaarheid en hoe je een bouwproduct realiseert in de omgeving tellen steeds zwaarder mee. En daar anticiperen we op. Wij kunnen het prijsgevecht heus aan, maar het heeft niet onze eerste aandacht. We willen een in alle opzichten competitieve bouwer zijn.”
In dat proces gaat het om talent binden, boeien en behouden. Oudeman profiteert in die zin direct van de goede contacten die hij heeft met opleiders en commerciële recruiters. Daarnaast zit hij zelf op de eerste rang. “In dit bedrijf gaat de directie over de instroom, ondersteund door HR. Is er een nieuwe kandidaat, dan praat die eerst met mij en daarna met collega-directeur en medeeigenaar Klaas Jan Dekker. Dit zijn geen standaard sollicitatiegesprekken, maar ontdekkingsreizen naar ontwikkelpotentieel, drive en karakter. Personeelszaken komt pas in tweede instantie kijken. Ik vind dat belangrijk. Stel dat we een toekomstig projectleider zoeken, dan wil ik weten of hij in zijn vrije tijd een potje schaakt of dat hij jeugdkampen organiseert. Het één niet ten nadele van het ander, maar zo kom je er wel achter wat voor vlees je in de kuip hebt.”
Doorgroeipotentieel
In de werving – dat begint al bij de beoordeling van stagiaires – kijkt Oudeman vooral naar wat hij “doorgroeivermogen” noemt. “Ik doe aan scouting en aan doorselecteren. Ik kijk kritisch naar het potentieel bij mensen. Dat geldt voor zowel aanstormend talent als voor de collega’s die hier al rondlopen. Sluiten hun eigenschappen en vaardigheden aan op onze behoefte en vice versa? Iedereen heeft talenten, maar soms past het niet. Dan kun je beter niet met elkaar in zee gaan. In een klein aantal gevallen heb ik mensen die hier werkten de afgelopen jaren gevraagd naar iets anders uit te zien. Dat klinkt hard, is het aan één kant misschien ook, maar vaak is het beter voor beiden. Sowieso ligt de tijd van lifetime employment achter ons, in mijn opinie is dat voor de werknemer ook niet wenselijk.”
Het is een weerbarstige route, erkent hij, maar noodzakelijk om K_Dekker uiteindelijk het ‘DNA’ mee te geven dat hij voor ogen heeft: een plat georganiseerd bedrijf, met een sterk en autonoom middenkader dat een eigen verantwoordelijk draagt. “De afgelopen jaren heeft veel in het teken gestaan van het delegeren van taken. Dit bedrijf was altijd: met elkaar en voor elkaar. Dat is goed, maar het was ook vooral een doe-bedrijf: u levert aan, wij voeren uit. Dat is niet meer genoeg. De markt verandert, we moeten steeds beter in staat zijn ook complexe werken volledig zelfstandig op te pakken en uit te voeren – in verschillende contractvormen. Dat lukt alleen als de organisatie daarop qua kennis, expertise en competenties is toegerust. Dat krijgt nu gestaag steeds meer vorm.”
Over de ontwikkeling van de markt is hij relatief optimistisch. Met name op lokaal niveau is veel werk in de infra en de civiele betonbouw in de crisis vooruitgeschoven. Daar wordt een inhaalslag verwacht. Tegelijkertijd groeit de markt mee met de economische opleving. Dat de markt nu hapert, is vooral het gevolg van de lokale verkiezingen eerder dit jaar. “Overal zijn nieuwe stadsbesturen gesmeed. In die periode gebeurt er traditioneel niets. Dit najaar verwacht ik een opleving, zeker in de ‘overheidsdomeinen’. Per saldo zien we de toekomst zonnig in.”
De Werf, hout- en staalwerkplaats
K_Dekker bouw & infra was tot de ingebruikname van het huidige pand in 2012 gevestigd in het nabij Warmenhuizen gelegen buurtschap Krabbendam. Bij het vroegere pand – nog in gebruik voor de eigen architecten/constructeurs – staat de Werf. Een tikje nostalgische naam voor de goed geoutilleerde eigen materieeldienst en de eigentijdse, modern ingerichte timmerfabriek en staalconstructie-werkplaats die er zijn gevestigd. De Werf maakt het K_Dekker bouw & infra mogelijk direct in te spelen op de wensen en behoeften van opdrachtgevers. Daarnaast worden de medewerkers vanuit de Werf ondersteund en geadviseerd.
Klik op de afbeelding hieronder voor het online magazine van Insights met het volledige artikel van K_Dekker